‘Wat men zaait, zal men oogsten’, luidt het bekende spreekwoord. Stichting Demeter plantte het zaadje van natuurinclusieve landbouw bijna een eeuw geleden onder de noemer biologisch-dynamisch boeren oftewel de biodynamische landbouw. Maar wat levert het een boer op?
De grondlegger van de biodynamische landbouw en voeding is antroposoof en filosoof Rudolf Steiner (1861-1925). In 1924 legde hij een serie voordrachten neer als basis voor de biodynamische landbouw. Vier jaar later werd dit omgezet in een reeks voorwaarden onder het Demeter keurmerk.
Toen al maakten boeren zich zorgen over de introductie van chemie in de landbouw, volgens Bert van Ruitenbeek, directeur van Stichting Demeter sinds 2010.
Demeter is het kwaliteitskeurmerk in de landbouw met de strengste normen en is vernoemd naar de Griekse Godin Demeter: de godin van de vruchtbaarheid.
Aangesloten boeren maken net als in de biologische landbouw geen gebruik van chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Maar gaan ook een stap verder. Ze gebruiken bijvoorbeeld preparaten met voorgecomposteerde biologische mest, biologisch stro en veevoer van het eigen bedrijf. Een systeem wat overeenkomt met kringlooplandbouw. Van Ruitenbeek zegt: “Wij zien een landbouwbedrijf als een levend organisme. Als planten of dieren ziek worden, moet je naar het geheel kijken op systeemniveau. Waar liggen de oorzaken?”
Samenhang
De bodemvruchtbaarheid is leidend, volgens Van Ruitenbeek die een holistische kijk op het geheel heeft. “Als het systeem eenmaal op orde is, gaat de bodem voor boeren werken en is deze beter bestand tegen weersextremen zoals droogte en hevige regenval.”
Van Ruitenbeek stelt: “We moeten kijken wat goed is voor mens en planeet. Zonder biodiversiteit, schoon water en schone lucht is er geen leven. Het besef hebben dat alles samenhangt. Dus als een koe niet lekker is, waar komt dat dan door? Is het stress? De voeding? Ligt het aan de weidegang? Natuurinclusief boeren is de basis.”
Intensief
Demeter-boeren hebben bovendien een veel lagere CO2-uitstoot per hectare. Biodynamische veehouderijen zijn minder intensief omdat de dieren meer ruimte krijgen. “Dieren vertonen daardoor ook meer diereigen gedrag. Onze koeien kunnen bijvoorbeeld de hoorns behouden.” Van Ruitenbeek ziet de oplossingen in de natuur. Net zoals lieveheersbeestjes luizen eten en egels slakken.
Afzetmarkt
Stichting Demeter startte afgelopen jaar een nieuwe campagne: “You will grow.” Maar waar zit de winst bij biodynamisch boeren? “Voor aangesloten boeren is het een manier om zich verder te ontwikkelen. Alleen biologisch vinden sommige boeren niet genoeg. Maar ook onze werkwijze met collegiale toetsing waarbij boeren met elkaar praten over de verbetermogelijkheden van hun bedrijf, spreekt aan”, zegt Van Ruitenbeek. “Daarnaast is de afzetmarkt groter. Mede doordat biodynamische boeren hun producten onder biologische merken met extra normen kwijt kunnen en veel naar Duitsland wordt geëxporteerd.”
Betere prijs
Meestal krijgen Demeter-boeren ook een hogere prijs. “Over het algemeen kennen biodynamische boeren betere inkomens dan gangbare boeren. De boeren doen het goed. Maar ook wij van Demeter hebben de afgelopen tien jaar alleen maar groei gekend in het aantal BD-boeren”, zegt Van Ruitenbeek.
Het biologische areaal met ruim 3,5 procent kan wel groter in Nederland. “In Zweden en Denemarken ligt de afzetmarkt op respectievelijk 20 en 13 procent. Er is absoluut winst te behalen. Maar daar hebben we een overheid bij nodig die net als in de genoemde landen, boeren helpt bij omschakeling”, zegt Van Ruitenbeek. “Nu spannen we in ons land nog telkens het paard achter de wagen, door de schade die ontstaat zoals nu met stikstof, te repareren met vele miljarden. Demeter heeft daarom het Groenboerenplan gepresenteerd. Een plan om zoveel mogelijk boeren de kans te geven zonder chemie en kunstmest te kunnen werken.”
Door Yildiz Celie