Europese doelen voor agrarische sector 2050

Duurzaam, circulair en klimaatneutraal. Dat zijn de Europese doelen voor alle sectoren, die in het jaar 2050 gerealiseerd zouden moeten zijn. Voor de agrarische sector is dit vormgegeven met verschillende beleidsdocumenten. De Farm to Fork Strategy, van Frans Timmermans, is er hier één van. Hier staat in dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen tegen het jaar 2030 moet zijn gehalveerd en 25% van het areaal uit biologische landbouw moet bestaan. Dat betekent effectief over 8-9 seizoenen, met minimale emissies en zo circulair mogelijk; een ambitieuze doelstelling.

Productieketens moeten dus duurzaam worden. Het ideaalbeeld zijn gesloten kringlopen binnen de regio. Als voorbeeld noem ik de zuivel- en vlees keten. Hiervoor worden eiwitrijke producten, die nodig zijn als veevoer, veelal verderop vandaan gehaald bijvoorbeeld soja uit Zuid-Amerika. Een dergelijke keten zou zich dan binnen de landgrenzen moeten gaan afspelen. Dat betekent een plantaardig eiwit gewas telen binnen Nederland, dit gebruiken om vlees en zuivel van te maken en dit binnen Nederland vervolgens weer verkopen. Mest van de dieren wordt dan weer gebruikt om de planten te telen en zo sluit de kringloop zich dan binnen het land. Emissies die vrijkomen tijdens vervoer worden zo tot een minimum beperkt.

Als we de eiwitbehoefte echt op een duurzame manier willen invullen zullen we er dus aan de voorkant voor moeten zorgen dat er eiwitgewassen worden verbouwd op de plaats waar de behoefte is. Eiwitgewassen die in Nederland goed kunnen worden verbouwd zijn vooral (veld)bonen en erwten. Ook soja wordt uitgeprobeerd, maar het Nederlandse klimaat is niet ideaal voor de huidige rassen. 

In dit kader werkt Vertify mee aan het project Bean me Up! Samen met ketenpartners proberen we een sluitende businesscase te creëren rondom de veldboon. Het doel is een lokale duurzame keten met eerlijke marges voor iedere partij. Er wordt o.a. onderzoek gedaan naar extractiemethoden van eiwit uit de veldboon om dit te kunnen gebruiken om spijs van te maken voor bakkerijproducten. 

Het struikelblok van de verduurzaming zit hem vaak in de meerprijs die iemand moet betalen. Eiwitgewassen van Nederlandse bodem zullen duurder zijn. Dit heeft onder andere te maken met de hoge grondprijzen. Uiteindelijk moet iemand dit prijsverschil gaan betalen om ervoor te zorgen dat akkerbouwers eiwitgewassen in Nederland gaan verbouwen. Zijn subsidies dan de enige manier? Een CO2 taks? Uiteindelijk kiezen de meeste mensen toch met hun portemonnee, dus schonere, duurzame alternatieven moeten niet duurder zijn om over te stappen. 

Er ligt veel potentie voor het verbouwen van eiwitrijke gewassen als veldbonen en erwten op de Nederlandse bodem. De maatschappij vindt duurzaamheid steeds belangrijker en dat vertaalt zich ook in beleidsplannen vanuit de overheid. Bedrijven die de producten afnemen lijken via hun marketing steeds beter een meerprijs te kunnen realiseren voor duurzamere producten en zijn dan in staat wat meer te betalen voor de grondstoffen van eigen bodem. De groeiend maatschappelijke bewustwording over het klimaat speelt hier een grote positieve rol en is een goede kans om meer eiwitten van eigen bodem te kunnen produceren. Mensen lijken er simpelweg wat meer voor over te hebben.

Roald Slagter | Vertify

Wees sociaal, deel lokaal!

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Voor meer informatie, kunt u onze Facebook pagina bezoeken!

Heeft u ook een mooi verhaal?

Tip onze journalisten!

Heeft u ook een mooi verhaal voor de Westfrieskrant?

Tip onze redactie!

Wij vertellen graag uw verhaal. Stuur uw artikel met goede kwaliteit beeldmateriaal op naar: redactie@mediain.nl