Door klimaatverandering krijgen we steeds meer te maken met extremere weersomstandigheden, zoals langdurige droogte of juist periodes met veel regen. Voor de meeste agrariërs betekent dit dat hun manier van werken aangepast moet worden. Tegelijkertijd vraagt de alsmaar groeiende wereldbevolking om meer voedsel. Klimaatslimme landbouw lijkt hiervoor een uitkomst.
Met klimaatslimme landbouw kan er aan de stijgende voedselvraag worden voldaan en ook nog eens worden gewerkt aan productiemethodes die meebewegen met het veranderende klimaat. Maar wat houdt deze vorm van landbouw nu precies in? Klimaatslimme landbouw is een verzamelnaam voor alle technieken en activiteiten die landbouw en klimaat integreren. Met deze vorm van landbouw kan de voedselproductie verhoogd worden en tegelijk het verbruik van grondstoffen worden verminderd. Dit wordt gedaan met de ontwikkeling van voedselproductietechnieken en gewassen die zijn aangepast aan de klimaatverandering.
Ontwikkeling gewassen
Een voorbeeld van nieuwe voedselproductietechnieken is het ontwikkelen van verbeterde gewassen die bestand zijn tegen droogte, groeien op verzilte gronden of die geschikt zijn voor moderne teelmethodes. Zo werken telers en onderzoekers bij bijvoorbeeld Seed Valley aan gewassen die een hogere opbrengst geven met minder gebruik van ruimte, energie en zoet water. Dat is hard nodig, want als er niks gebeurd zal het een stuk slechter gaan met bijvoorbeeld aardappelen, maïs, appels, perziken en abrikozen.
Zero-Tillage
Bij de Zero-Tillage techniek, ook wel No-Till techniek genoemd, worden akkers niet geploegd. Op deze manier wordt de landbouwbodem niet verstoord door grondbewerking. Zaden worden direct met specialistische beplantingsapparatuur in onbewerkte grond gezaaid. Zo blijft het oogstrestant van voorgaande seizoenen op het veld liggen om te decomposteren en de bovenste bodemlaag te beschermen. Door deze methode wordt het vocht in de bodem beter vastgehouden en is zowel de biodiversiteit als de potentiële oogst groter.
Koolstofopslag
Ook het opslaan van meer koolstof in de landbouwbodem is een manier om de negatieve gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan. Dit kan door het organische stofgehalte in de bodem te verhogen. Een hoger organisch stofgehalte is goed voor het vochthoudend vermogen van de bodem, de bodemvruchtbaarheid en voor het bodemleven. Dit levert weer een goede groei van gewassen op. Het organische stofgehalte is te verhogen met verschillende maatregelen, zoals bemesten met gewasresten, het gebruik van groenbemesters en het niet scheuren van grasland.
Verticale landbouw
Een ander voorbeeld van klimaatslimme landbouw is verticale landbouw. Verticale landbouw is een vorm van landbouw waarbij gebruik wordt gemaakt van gestapelde kweeklagen in een gebouw, zoals een fabriekshal, kantoor of in hoogbouw. Verticale landbouw is bedacht vanwege verschillende bedreigingen door klimaatverandering, zoals een tekort aan landbouwgrond en zoet water. Eén van de oplossingen lijkt verticale landbouw te zijn, uiteraard wanneer dit in het beschikbare gebied mogelijk is. Met verticale landbouw is er niet alleen minder landruimte nodig, maar kan er ook het hele jaar door geteeld worden.
Voor meer informatie over klimaatslimme landbouw zie www.wur.nl.
Bronnen: Universiteit van Wageningen en Atlas Natuurlijk Kapitaal