0°C

Uitbreiding van AB vakwerk: AB Vakschool voor de Agri sector

Het personeelstekort in de agrarisch sector is een steeds groter probleem. Josina Rustenburg ging samen met Annemarie Sietzema- de Jong op zoek naar oplossingen. Beiden zijn ambassadeur van AB Vakwerk, bemiddelaar in flexibele arbeid in de agrisector. Rustenburg voor de takken tuinbouw, akkerbouw en bollenteelt en Sietzema- de Jong voor de veehouderij. Rustenburg vertelt over de uitbreiding van AB Vakwerk: de AB Vakschool voor de Agri sector. 

Rustenburg signaleerde dat vacatures bij agrarische bedrijven steeds langer openstonden. “Het idee voor het uitbreiden van de AB Vakschool was snel geboren. Het komt voort uit het probleem dat het personeel met een sectorachtergrond begint op te drogen. We zijn daardoor genoodzaakt mensen van buiten te sector aan te trekken.” 

Geïnteresseerden kunnen via de AB Vakschool al na korte tijd in dienst treden bij bedrijven in de akkerbouw, tuinbouw, bloembollensector of veehouderij. Iedereen kan aanhaken. Zij-instromers, mensen zonder vooropleiding, of juist als het heerlijk lijkt buiten te zijn op het land, of tussen de koeien. Instromen op de AB Vakschool moet vooral heel laagdrempelig zijn. “Wij zijn ervan overtuigd dat iedereen het kan leren. Instappen is heel flexibel voor zowel toekomstige werkenden als voor mensen die hun carrière een andere wending willen geven”, zegt Rustenburg. 

Leerlijnen
In juni 2020 opende AB Vakwerk, de AB Vakschool, waarna een aantal succesvolle leerlijnen zijn uitgerold. De focus lag in eerste instantie op de grond-, weg- en waterbouw, maar inmiddels kent de AB Vakschool ook een leerlijn melken, waarbij instromers van een buddy de kneepjes van het melkersvak leren. Rustenburg vertelt over een leraar die koos voor de veehouderij melkerscursus. In ongeveer een maand leerde degene de basisprincipes van het melkproces. “Van de melkinstallatie tot kennis van de uiergezondheid en het herkennen van afwijkingen. Na de cursus ben je nog geen volleerd melker, maar als tweede melker kun je wel doorgroeien in de veehouderij.” 

 
Kort traject

Het leertraject voor de agrisector is in drie fases opgedeeld, waarin iedereen een begeleider ofwel sectorspecialist heeft en digitale ondersteuning. Na de eerste week wordt het vervolgprogramma opgestart met de sectorspecialist en het leerbedrijf, passend bij de kandidaat. 
De drie weken moeten gezien worden als een soort stage, mede doordat sommige mensen het traject volgen naast hun huidige baan. Daarna ben je vrijwel gegarandeerd van werk. “Als er nog specifieke kennis nodig is dan zorgt de AB Vakschool dat die opgedaan kan worden. In het leerbedrijf leer je de kneepjes van het vak”, zegt Rustenburg. 


Doorontwikkelen en verbreden
De mogelijkheden in de agrisector zijn breed. Rustenburg zegt: “Je kunt je uiteindelijk ontwikkelen tot meewerkend voorman of als bedrijfsverzorger, dan stuur je een bedrijf aan als een ondernemer door ziekte uitvalt. Alles is mogelijk binnen AB Vakwerk. Zelfs een vast contract en ook parttime werken is bespreekbaar. Iedereen heeft talenten en wij helpen mensen graag om hun talent in onze Vakschool verder te ontwikkelen.”

Bij interesse in het leertraject kan contact worden opgenomen met sectorspecialist Arie Hoek Spaans van AB Vakwerk via 06 51204370 of e-mail ahhoekspaans@abvakwerk.nl.

Clusius College open om gat arbeidsmarkt te dichten
Het agrarisch middelbaar onderwijs lijkt niet altijd aan te sluiten op het aanbod vacatures. Klopt dit beeld of valt hier winst te behalen voor de sector? De krant spreekt met Elaine Vlaming, beroepspraktijkvorming (BPV) begeleider van het Clusius College in Hoorn. 

Clusius College biedt onder meer de opleidingen plantenteelt, groen, grond en infra en veehouderij. Als het onderwijs niet aansluit, moeten we zeker in gesprek met de sector, volgens Vlaming die veel contact heeft met stagebedrijven, maar ook met organisaties als Seedvalley en GreenPort NHN. 

“Over het algemeen zien wij wel dat alle studenten doorstromen naar een baan of doorstuderen. Een deel van de studenten komt zelfs uit de sector, met name de akkerbouw- en bloembollensector. Wel is het aantal vacatures al jaren hoger dan de uitstroom van studenten. Maar dat is in andere sectoren, zoals de zorg ook zo. Wat dat betreft vist iedereen in dezelfde vijver”, zegt Vlaming.

Ervaring
Het idee dat de opleiding niet aansluit bij een deel van de vacatures, komt volgens Vlaming door de aard van die vacatures. “Iemand die net van school komt, kan geen functie invullen van een tomaten teelt manager of als bedrijfsleider in een bloembollenschuur. Hoewel studenten stage lopen, is de werkervaring nog beperkt, het zijn beginnend beroepsbeoefenaars en de jongeren moeten nog verder ervaring opdoen en doorgroeien. Wanneer de studenten echter de tijd gegeven wordt, groeien ze in het algemeen moeiteloos door naar dergelijke functies.” Bedrijven vragen soms ook een hoge mate van deskundigheid, waarvoor verschillend personeel nodig is. Denk aan werknemers voor de teelt, voor personeelszaken en op het gebied van techniek. 

Techniek
De toekomst met steeds meer landbouwrobotica en sturing met computers vraagt andere vaardigheden, bijvoorbeeld een specialisme als programmeren. Maar het werken met specifieke machines en simpele reparaties eraan worden veelal zelf uitgevoerd binnen bedrijven en dat leren de studenten ook. Of reparaties worden gedaan door een specialist. De opleiding monteur mobiele werktuigen in samenwerking met ROC Kop van Noord-Holland sluit daarop aan. Ook leren studenten werken met bijvoorbeeld een klimaatcomputer en omgaan met een gps binnen de richting plantenteelt.

Trends
Clusius probeert bovendien de trends en ontwikkelingen te volgen. “Wij volgen hierbij de besluiten van de overheid en de ontwikkelingen in de sector, waardoor we inspelen op zaken als natuurinclusieve landbouw en we hernieuwde aandacht voor de bodem hebben. Maar het is wel belangrijk dat de overheid een beleid uitstippelt waarop bedrijven zich geleidelijk kunnen aanpassen”, stelt Vlaming

Imago
Het Clusius College legt met de studenten geregeld bedrijfsbezoeken af, zodat een beter beeld ontstaat van de agribusiness. De potentiële toekomstige studenten hebben echter maar heel beperkt contact met agrarische bedrijven. In het gunstigste geval hebben zij een vakantiebaan in de sector, maar ook daar krijgen ze niet altijd een goede indruk. “Als een bedrijf vakantiekrachten heeft, waarbij jongeren meestal alleen kunnen bollen pellen of blad snijden, krijgen degenen een vertekend beeld van het werken in een agrarisch bedrijf. Deels is het aan de sector gelegen om dit imago te verbeteren.”
“Wij kunnen in ieder geval meer mensen opleiden, maar daarvoor hebben we ook de agrisector nodig. Wellicht is er een andere behoefte, zoals die van zij-instromers voor het werkend leren of is er aansluiting nodig met cursussen voor bijvoorbeeld 55-plussers. Feit is, uiteindelijk doen wij dit voor de sector, waarbij wij altijd willen weten waar de behoefte is.”

Wilt u als bedrijf in gesprek hierover. Heeft u tips of vragen? Neem contact op met Elaine Vlaming via e.vlaming@clusius.nl.

Wees sociaal, deel lokaal!

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Voor meer informatie, kunt u onze Facebook pagina bezoeken!

Heeft u ook een mooi verhaal?

Tip onze journalisten!

Heeft u ook een mooi verhaal voor de Westfrieskrant?

Tip onze redactie!

Wij vertellen graag uw verhaal. Stuur uw artikel met goede kwaliteit beeldmateriaal op naar: redactie@mediain.nl