Gert-Jan Oplaat, voorzitter van Nepluvi, heeft aangegeven dat er momenteel een opvallende ontwikkeling gaande is in de Nederlandse pluimveesector: een significante afname van het aantal kippen. Deze trend is volgens hem vooral toe te schrijven aan de groeiende vraag naar langzaam groeiende kippen en diervriendelijkere productiemethoden. Oplaat: “Op deze manier wordt de noodzaak om de veestapel te halveren automatisch opgelost door de pluimveesector.”
Veel pluimveehouders maken de overstap naar langzaam groeiende kippen, waarbij de dieren meer ruimte krijgen en langer in de stal verblijven voorafgaand aan de slacht. “Deze veranderingen hebben geleid tot een afname van 40% in de totale productie van pluimveevlees in Nederland, een ingrijpende verandering voor de sector”, aldus Oplaat.
“De krimp van de Nederlandse pluimveestapel staat in schril contrast met de verwachte wereldwijde groei in de vraag naar pluimveevlees”, gaat Oplaat verder. “Naar verwachting zal de wereldwijde vraag naar pluimveevlees met 50% toenemen tot 2050, voornamelijk vanwege de groei van de wereldbevolking.” Dit zet de Nederlandse keuze voor langzaam groeiende en duurzamere methoden in een uniek perspectief.
Transformaties
“Er zijn nu slechts 8 tot 10 eigenaren van alle slachterijen in Nederland”, laat Oplaat weten.“Dat wijst op een significante concentratie binnen de sector. Tegelijkertijd is er een toename in de import van pluimveevlees uit het buitenland, dat in Nederland wordt verwerkt.” Deze ontwikkelingen, samen met de keuze voor langzaam groeiende kippen en de daaruit voortvloeiende afname van de productie, toont aan dat de sector interessante transformaties ondergaat in zijn productiemethoden.
Duidelijk signaal
Oplaat ziet al deze veranderingen als een duidelijk signaal van de inzet van de sector voor duurzamere en diervriendelijkere praktijken, en als een sterke aanwijzing van de aanhoudende aanpassing van de pluimveesector aan de veranderende marktomstandigheden en consumentenvoorkeuren.
Kippen van langzaam groeiende rassen groeien maximaal 30-40 gram per dag en zijn onder het Beter Leven keurmerk de enige toegestane optie. Deze overstap helpt fysieke en gezondheidsproblemen bij de dieren te voorkomen en draagt bij aan het welzijn van de kippen.