De opslag van koolstof in biologische landbouw verbetert door minder grondbewerking. Dat blijkt uit een Europese studie waaraan Wageningen University & Research (WUR) een bijdrage leverde.
Vanuit het integrale onderzoeksprogramma Beter Bodembeheer is in Europees verband samengewerkt om antwoord te geven op de vraag: wat gebeurt er met bodemkoolstof als je stopt met ploegen binnen de biologische landbouw?
Om dit te onderzoeken, is er gekeken naar negen meerjarige veldproeven in Europa, met bodembemonstering tot een meter diepte. Wat blijkt? Bodems worden aan de oppervlakte verrijkt en er is potentieel om CO2 vast te leggen. Volgens de onderzoekers bedraagt de potentiële opslagtoename gemiddeld 90 kilo per hectare per jaar, op een diepte van 0 tot 50 centimeter.
Afbraaksnelheid
In natuurlijke systemen is de afbraaksnelheid van de organische stof trager dan de opbouw, waardoor koolstof afkomstig van de CO2 wordt opgeslagen in de bodem. Het vermogen van de bodem om koolstof vast te leggen, hangt af van de hoeveelheid en type plantengroei, type en hoeveelheid organische stof-input, de zuurstof- en waterbalans, het bodemleven en het landgebruik.
Door verstoringen in de bodem, bijvoorbeeld door grondbewerking, worden de organische stoffen blootgesteld aan zuurstof, wat het proces van afbraak door micro-organismen versnelt. Het combineren van verminderde grondbewerking met biologische landbouwpraktijken is dus een hulpmiddel om voor de bodem en het klimaat te zorgen. De bodem kan die stikstof dan duizenden jaren vasthouden.
Complexe processen
De Nederlandse bijdrage aan dit consortium werd geleverd door WUR Open Teelten met bemonstering in de inmiddels twaalfjarige veldproef Basis, gesitueerd in Lelystad. Onderzoek naar de complexe processen in de bodem is dan ook van groot belang om het beheer en gebruik van de bodem te verbeteren. WUR neemt daarin het voortouw.
Bron: smartfarming.nl